Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bijscholing:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijscholing (Nederlands) in het Zweeds

bijscholing:

bijscholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bijscholing (nascholing)
    fortbildning; extra träning
  2. de bijscholing

Vertaal Matrix voor bijscholing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extra träning bijscholing; nascholing
fortbildning bijscholing; nascholing
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
kompetensutveckling bijscholing

Verwante woorden van "bijscholing":

  • bijscholingen