Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bijeenzamelen (Nederlands) in het Zweeds
bijeenzamelen:
-
bijeenzamelen (verzamelen; vergaren; sparen; opeenhopen; oppotten)
Vertaal Matrix voor bijeenzamelen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
samla ihop | samenkomen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
packa | bijeenzamelen; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen | emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken |
samla | bijeenzamelen; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen | afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; bij elkaar brengen; bijeen scharrelen; bijeenbrengen; bijeenroepen; bijeenzoeken; concentreren; convoceren; cumuleren; erbij komen; inzamelen; meenemen; oogsten; ophalen; oppikken; plukken; samenbrengen; samenpakken; samenrapen; samenroepen; samenscholen; verenigen; vergaren; verzamelen; weghalen; wegnemen |
samla ihop | bijeenzamelen; opeenhopen; oppotten; sparen; vergaren; verzamelen | accumuleren; bij elkaar brengen; bij elkaar vegen; bijeenbrengen; concentreren; hopen; opeenhopen; oppakken; oppikken; oprapen; opsnappen; samenbrengen; samenscholen |
Computer vertaling door derden: