Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bijeen zetten (Nederlands) in het Zweeds
bijeen zetten:
-
bijeen zetten
Conjugations for bijeen zetten:
o.t.t.
- zet bijeen
- zet bijeen
- zet bijeen
- zetten bijeen
- zetten bijeen
- zetten bijeen
o.v.t.
- zette bijeen
- zette bijeen
- zette bijeen
- zetten bijeen
- zetten bijeen
- zetten bijeen
v.t.t.
- heb bijeen gezet
- hebt bijeen gezet
- heeft bijeen gezet
- hebben bijeen gezet
- hebben bijeen gezet
- hebben bijeen gezet
v.v.t.
- had bijeen gezet
- had bijeen gezet
- had bijeen gezet
- hadden bijeen gezet
- hadden bijeen gezet
- hadden bijeen gezet
o.t.t.t.
- zal bijeen zetten
- zult bijeen zetten
- zal bijeen zetten
- zullen bijeen zetten
- zullen bijeen zetten
- zullen bijeen zetten
o.v.t.t.
- zou bijeen zetten
- zou bijeen zetten
- zou bijeen zetten
- zouden bijeen zetten
- zouden bijeen zetten
- zouden bijeen zetten
diversen
- zet bijeen!
- zet bijeen!
- bijeen gezet
- bijeen zettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bijeen zetten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sammansätta | bijeen zetten | in elkaar timmeren; ineentimmeren; timmerend in elkaar zetten |
Computer vertaling door derden: