Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bezeten (Nederlands) in het Zweeds
bezeten:
-
bezeten (fanatiek)
Vertaal Matrix voor bezeten:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fanatisk | bezeten; fanatiek | dweepziek; dweperig |
fanatiskt | bezeten; fanatiek | bezetene; dweepziek; dweperig; fanatieke |
Verwante woorden van "bezeten":
bezitten:
-
bezitten (in eigendom hebben; hebben; beschikken over)
Conjugations for bezitten:
o.t.t.
- bezit
- bezit
- bezit
- bezitten
- bezitten
- bezitten
o.v.t.
- bezat
- bezat
- bezat
- bezaten
- bezaten
- bezaten
v.t.t.
- heb bezeten
- hebt bezeten
- heeft bezeten
- hebben bezeten
- hebben bezeten
- hebben bezeten
v.v.t.
- had bezeten
- had bezeten
- had bezeten
- hadden bezeten
- hadden bezeten
- hadden bezeten
o.t.t.t.
- zal bezitten
- zult bezitten
- zal bezitten
- zullen bezitten
- zullen bezitten
- zullen bezitten
o.v.t.t.
- zou bezitten
- zou bezitten
- zou bezitten
- zouden bezitten
- zouden bezitten
- zouden bezitten
diversen
- bezit!
- bezit!
- bezeten
- bezittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bezitten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
besitta | beschikken over; bezitten; hebben; in eigendom hebben | functie bekleden; vervullen |
ha | beschikken over; bezitten; hebben; in eigendom hebben | |
äga | beschikken over; bezitten; hebben; in eigendom hebben | |
- | hebben |