Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bezadigd:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bezadigd (Nederlands) in het Zweeds

bezadigd:

bezadigd bijvoeglijk naamwoord

  1. bezadigd (gezapig; sloom)
    maklig; slö; slött; oföretagsamt; lojt; makligt; oföretagsam; håglöst

Vertaal Matrix voor bezadigd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
håglöst bezadigd; gezapig; sloom
lojt bezadigd; gezapig; sloom langzaam; sloom; traag
maklig bezadigd; gezapig; sloom
makligt bezadigd; gezapig; sloom vadsig
oföretagsam bezadigd; gezapig; sloom
oföretagsamt bezadigd; gezapig; sloom
slö bezadigd; gezapig; sloom dommelig; energieloos; futloos; lamlendig; landerig; langzaam; lijzig; lodderig; log; loom; lusteloos; slap; slaperig; sloom; suffig; traag; versuft; zouteloos
slött bezadigd; gezapig; sloom dommelig; druilerig; energieloos; futloos; kortzichtig; lamlendig; landerig; langzaam; lodderig; lui; lusteloos; miezerig; niets doend; ongenuanceerd; slap; slaperig; sloom; stomp; suffig; traag; vadsig; versuft; werkschuw; zouteloos

Verwante woorden van "bezadigd":

  • bezadigdheid, bezadigder, bezadigdere, bezadigde