Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bevredigend:
  2. bevredigen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bevredigend (Nederlands) in het Zweeds

bevredigend:


bevredigend vorm van bevredigen:

bevredigen werkwoord (bevredig, bevredigt, bevredigde, bevredigden, bevredigd)

  1. bevredigen (voldoening geven; begeerte stillen)
    tillfredsställa
    • tillfredsställa werkwoord (tillfredsställer, tillfredsställde, tillfredsställt)

Conjugations for bevredigen:

o.t.t.
  1. bevredig
  2. bevredigt
  3. bevredigt
  4. bevredigen
  5. bevredigen
  6. bevredigen
o.v.t.
  1. bevredigde
  2. bevredigde
  3. bevredigde
  4. bevredigden
  5. bevredigden
  6. bevredigden
v.t.t.
  1. heb bevredigd
  2. hebt bevredigd
  3. heeft bevredigd
  4. hebben bevredigd
  5. hebben bevredigd
  6. hebben bevredigd
v.v.t.
  1. had bevredigd
  2. had bevredigd
  3. had bevredigd
  4. hadden bevredigd
  5. hadden bevredigd
  6. hadden bevredigd
o.t.t.t.
  1. zal bevredigen
  2. zult bevredigen
  3. zal bevredigen
  4. zullen bevredigen
  5. zullen bevredigen
  6. zullen bevredigen
o.v.t.t.
  1. zou bevredigen
  2. zou bevredigen
  3. zou bevredigen
  4. zouden bevredigen
  5. zouden bevredigen
  6. zouden bevredigen
diversen
  1. bevredig!
  2. bevredigt!
  3. bevredigd
  4. bevredigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bevredigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillfredsställa begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven tevreden stellen; vergenoegen

Wiktionary: bevredigen


Cross Translation:
FromToVia
bevredigen tillfredsställa satisfy — to meet needs, to fulfill
bevredigen förnöja; tillfredsställa; efterkomma; uppfylla; fullgöra; skaffa sig satisfaire — Traductions à trier suivant le sens