Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal bevolkt

Vertaal bevolkt van Nederlands naar Zweeds

Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bevolkt:
  2. bevolken:
  3. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bevolkt (Nederlands) in het Zweeds

bevolkt:

bevolkt bijvoeglijk naamwoord

  1. bevolkt
    bebodd; befolkat; bebott

Vertaal Matrix voor bevolkt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bebodd bevolkt
bebott bevolkt
befolkat bevolkt

bevolken:

bevolken werkwoord (bevolk, bevolkt, bevolkte, bevolkten, bevolkt)

  1. bevolken
    befolka
    • befolka werkwoord (befolkar, befolkade, befolkat)

Conjugations for bevolken:

o.t.t.
  1. bevolk
  2. bevolkt
  3. bevolkt
  4. bevolken
  5. bevolken
  6. bevolken
o.v.t.
  1. bevolkte
  2. bevolkte
  3. bevolkte
  4. bevolkten
  5. bevolkten
  6. bevolkten
v.t.t.
  1. heb bevolkt
  2. hebt bevolkt
  3. heeft bevolkt
  4. hebben bevolkt
  5. hebben bevolkt
  6. hebben bevolkt
v.v.t.
  1. had bevolkt
  2. had bevolkt
  3. had bevolkt
  4. hadden bevolkt
  5. hadden bevolkt
  6. hadden bevolkt
o.t.t.t.
  1. zal bevolken
  2. zult bevolken
  3. zal bevolken
  4. zullen bevolken
  5. zullen bevolken
  6. zullen bevolken
o.v.t.t.
  1. zou bevolken
  2. zou bevolken
  3. zou bevolken
  4. zouden bevolken
  5. zouden bevolken
  6. zouden bevolken
diversen
  1. bevolk!
  2. bevolkt!
  5. bevolkt
  6. bevolkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bevolken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
befolka bevolken bewonen

Wiktionary: bevolken

Cross Translation:
FromToVia
• bevolken → befolka ↔ people — to fill with people
• bevolken → befolka ↔ people — to inhabit, to occupy







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2025 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0331 seconde
Page rendered in 1.0 seconds