Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. beul:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beul (Nederlands) in het Zweeds

beul:

beul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de beul (scherprechter)
    skarprättare; bödel; avrättare

Vertaal Matrix voor beul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avrättare beul; scherprechter
bödel beul; scherprechter
skarprättare beul; scherprechter

Verwante woorden van "beul":

  • beulen

Verwante definities voor "beul":

  1. iemand die zware straffen uitvoert1
    • de beul voltrok de doodstraf1

Wiktionary: beul


Cross Translation:
FromToVia
beul bödel executioner — the person who carries out the execution