Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal beuken

Vertaal beuken van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

beuken:
- slå hårt; dunka; bulta
- bok
beuk:
- bokträd; bok
Wiktionary:
- beuk → bok

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beuken (Nederlands) in het Zweeds

beuken:

beuken werkwoord (beuk, beukt, beukte, beukten, gebeukt)

beuken (rammen)
slå hårt; dunka; bulta
- slå hårt werkwoord (slår hårt, slog hårt, slagit hårt)
- dunka werkwoord (dunkar, dunkade, dunkat)
- bulta werkwoord (bultar, bultade, bultat)

Conjugations for beuken:

o.t.t.

beuk
beukt
beukt
beuken
beuken
beuken

o.v.t.

beukte
beukte
beukte
beukten
beukten
beukten

v.t.t.

heb gebeukt
hebt gebeukt
heeft gebeukt
hebben gebeukt
hebben gebeukt
hebben gebeukt

v.v.t.

had gebeukt
had gebeukt
had gebeukt
hadden gebeukt
hadden gebeukt
hadden gebeukt

o.t.t.t.

zal beuken
zult beuken
zal beuken
zullen beuken
zullen beuken
zullen beuken

o.v.t.t.

zou beuken
zou beuken
zou beuken
zouden beuken
zouden beuken
zouden beuken

diversen

beuk!
beukt!
gebeukt
beukend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

beuken bijvoeglijk naamwoord

beuken (beukehouten)
bok
- bok bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor beuken:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bok		band; beuk; beukenboom; boek; boekwerk; katern
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bulta	beuken; rammen	fijnwrijven; hameren; hengsten; kloppen; kloppen met een hamer; lillen; rammen; stompen; trillen
dunka	beuken; rammen	fijnwrijven; hengsten; klakken; kleppen; rammen; stompen
slå hårt	beuken; rammen	hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bok	beukehouten; beuken

Verwante woorden van "beuken":

beuk

beuk:

beuk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de beuk (beukenboom)
bokträd; bok
- bokträd zelfstandig naamwoord
- bok [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor beuk:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bok	beuk; beukenboom	band; boek; boekwerk; katern
bokträd	beuk; beukenboom
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bok		beukehouten; beuken

Verwante woorden van "beuk":

beuken

Wiktionary: beuk

Cross Translation:

From	To	Via
• beuk	→ bok	↔ beech — tree of Fagus family
• beuk	→ bok	↔ Buche — Laubbaum der Gattung Fagus
• beuk	→ bok	↔ hêtre — (botanique) arbre de la famille des Fagacées, à feuilles caduques ovales à nervation pennée et souvent dentées, de haute taille, à écorce lisse gris-clair pouvant fournir du tanin.