Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- betrekking:
-
Wiktionary:
- betrekking → förhållande, ämbete, tjänst, relation, berättelse, historia, bekant, sektion
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor betrekking (Nederlands) in het Zweeds
betrekking:
Vertaal Matrix voor betrekking:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anställning | ambt; betrekking; functie | aanstelling; benoeming; huren van persoon; inhuren; installatie; omstandigheden; omstandigheid; situatie; taakverschaffing; tewerkstelling; toestand; werkgelegenheid; werkverschaffing |
jobb | ambt; betrekking; functie | aanstelling; aanvraag; ambacht; ambt; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; benoeming; beroep; bezigheid; contract; dienstbetrekking; functie; inspanning; installatie; job; karwei; karweitje; klusje; positie; professie; taak; vak; werk; werkzaamheid |
- | baan; positie; relatie; verband |
Synoniemen voor "betrekking":
Verwante definities voor "betrekking":
Wiktionary: betrekking
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• betrekking | → förhållande | ↔ Beziehung — Verhältnis, in dem Menschen oder Organisationen zueinander stehen |
• betrekking | → förhållande | ↔ Beziehung — wechselseitiges Verhältnis zwischen beliebigen Objekten |
• betrekking | → ämbete | ↔ emploi — usage qu’on fait de quelque chose. |
• betrekking | → ämbete | ↔ fonction — Activité qui tend à un but précis |
• betrekking | → tjänst; ämbete | ↔ office — Fonction, emploi |
• betrekking | → förhållande; relation; berättelse; historia; bekant | ↔ relation — À trier |
• betrekking | → tjänst; sektion; ämbete | ↔ service — état, fonctions, devoirs de quelqu’un qui servir une personne ou une collectivité. |