Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bestuurder (Nederlands) in het Zweeds

bestuurder:

bestuurder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bestuurder (voorzitter; manager; kopstuk)
    ordförande
  2. de bestuurder (chauffeur)
    chaufför; förare
  3. de bestuurder (politicus)
    politiker
  4. de bestuurder
    förare
    • förare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bestuurder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chaufför bestuurder; chauffeur chauffeur; rijder; wagenbestuurder
förare bestuurder; chauffeur hopvrouw
ordförande bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter president
politiker bestuurder; politicus bestuurders; politici; politicus; politiek; staatkunde

Verwante woorden van "bestuurder":


Wiktionary: bestuurder


Cross Translation:
FromToVia
bestuurder direktör; chef; rektor DirektorLeiter einer öffentlichen Institution (Hochschule, Schule, Behörde...)
bestuurder förare Fahrer — jemand, der ein Fahrzeug steuern / lenken / bedienen / fahren
bestuurder chaufför; -förare Fahrer — jemand, der [1] beruflich macht
bestuurder chef; föreståndare; ordförande; verkställande direktör GeschäftsführerWirtschaft: leitender Angestellter einer Personenvereinigung, meist eines Unternehmens
bestuurder ledare Leiter — Person, die etwas leitet beziehungsweise als verantwortlicher Vorgesetzter in leitender Position steht
bestuurder administratör; förvaltare administrateur — Personne qui régir les biens, les affaires d’une société, d’un grand établissement, d'un site internet etc.
bestuurder administratör; förvaltare; direktör directeur — Personne qui dirige un établissement, un service
bestuurder administratör; förvaltare gérant — Celui, celle qui gérer, qui administrer pour le compte d’autrui.
bestuurder administratör; förvaltare régisseur — Celui qui régir, qui gérer par commission et à la charge de rendre compte.