Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bestek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bestek (Nederlands) in het Zweeds

bestek:

bestek [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bestek (eetgerei; couvert)
    bestick
    • bestick [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bestek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestick bestek; couvert; eetgerei eetservies; servies

Verwante woorden van "bestek":

  • bestekken

Verwante definities voor "bestek":

  1. beschrijving van de aanpak van een plan1
    • bij een tekening van nieuwbouw hoort ook een bestek1
  2. lepels, vorken, messen1
    • heb je het bestek al bij de borden gelegd?1

Wiktionary: bestek


Cross Translation:
FromToVia
bestek anbud; offert quote — a summary of work to be done with a set price
bestek bordssilver silver — cutlery/silverware
bestek omfång; storhet; storlek ampleurcaractère de ce qui est ample.
bestek utrymme espace — typo|fr Petites pièces de fonte, plus basses que la lettre qui servir à séparer les mots l’un de l’autre.
bestek omfång; storhet; storlek taillecoupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.

Verwante vertalingen van bestek