Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. berucht:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor berucht (Nederlands) in het Zweeds

berucht:

berucht bijvoeglijk naamwoord

  1. berucht (notoir)
    känd; känt; bekannt; beryktad; beryktat

Vertaal Matrix voor berucht:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekannt berucht; notoir
beryktad berucht; notoir geruchtmakend; opzienbarend
beryktat berucht; notoir geruchtmakend; opzienbarend
känd berucht; notoir befaamd; beroemd; fameus; ruchtbaar
känt berucht; notoir befaamd; beroemd; fameus; ruchtbaar

Verwante woorden van "berucht":

  • beruchtheid, beruchter, beruchtere, beruchtst, beruchtste, beruchte

Wiktionary: berucht


Cross Translation:
FromToVia
berucht ökänd infamous — having a bad reputation
berucht gudlös; skändlig nefarious — infamous for being wicked
berucht ökänd notorious — known widely and infamously