Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bereidwillig (Nederlands) in het Zweeds

bereidwillig:

bereidwillig bijvoeglijk naamwoord

  1. bereidwillig (bereidvaardig; welwillend)
    villig; villigt
  2. bereidwillig (behulpzaam; gedienstig; inschikkelijk)
    hjälpsam; tjänstvillig; beredvilligt; hjälpsamt; tjänstvilligt
  3. bereidwillig (toeschietelijk; tegemoetkomend; welwillend)
    förekommande; tillmötesgående; förbindligt; tjänstvilligt

Vertaal Matrix voor bereidwillig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillmötesgående toeschietelijkheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tjänstvillig dienstig zijn
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beredvilligt behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk genegen; goedwillig; welwillend
förbindligt bereidwillig; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend charmant; genegenheid opwekkend; genoeglijk; innemend; minzaam; poeslief
förekommande bereidwillig; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend charmant; dienstvaardig; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam
hjälpsam behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
hjälpsamt behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
tillmötesgående bereidwillig; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend dienstvaardig
tjänstvillig behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk dienstbaar; dienstwillig; willig
tjänstvilligt behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; genegen; willig
villig bereidvaardig; bereidwillig; welwillend bereid; bereidvaardig; dolgraag; genegen; gewillig; volgaarne
villigt bereidvaardig; bereidwillig; welwillend bereid; bereidvaardig; genegen; gewillig

Verwante woorden van "bereidwillig":