Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- bepleisteren:
-
Wiktionary:
- bepleisteren → tacka ja till
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bepleisteren (Nederlands) in het Zweeds
bepleisteren:
-
bepleisteren (van pleister voorzien; pleisteren)
Conjugations for bepleisteren:
o.t.t.
- bepleister
- bepleistert
- bepleistert
- bepleisteren
- bepleisteren
- bepleisteren
o.v.t.
- bepleisterde
- bepleisterde
- bepleisterde
- bepleisterden
- bepleisterden
- bepleisterden
v.t.t.
- heb bepleisterd
- hebt bepleisterd
- heeft bepleisterd
- hebben bepleisterd
- hebben bepleisterd
- hebben bepleisterd
v.v.t.
- had bepleisterd
- had bepleisterd
- had bepleisterd
- hadden bepleisterd
- hadden bepleisterd
- hadden bepleisterd
o.t.t.t.
- zal bepleisteren
- zult bepleisteren
- zal bepleisteren
- zullen bepleisteren
- zullen bepleisteren
- zullen bepleisteren
o.v.t.t.
- zou bepleisteren
- zou bepleisteren
- zou bepleisteren
- zouden bepleisteren
- zouden bepleisteren
- zouden bepleisteren
diversen
- bepleister!
- bepleistert!
- bepleisterd
- bepleisterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bepleisteren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rappa | rapper | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
omplåstra | bepleisteren; pleisteren; van pleister voorzien | |
putsa | bepleisteren; pleisteren; van pleister voorzien | opblinken; oppoetsen; opwrijven; plamuren; poetsen; stukadoren; wrijven |
rappa | bepleisteren; pleisteren; van pleister voorzien |
Wiktionary: bepleisteren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bepleisteren | → tacka ja till | ↔ revêtir — pourvoir de vêtements quelqu’un qui en a besoin. |