Nederlands
Uitgebreide vertaling voor benepenheid (Nederlands) in het Zweeds
benepenheid:
-
de benepenheid
Vertaal Matrix voor benepenheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inskränkthet | benepenheid | beperktheid; eenzijdigheid |
kortsynthet | benepenheid |
Verwante woorden van "benepenheid":
benepen:
-
benepen (kleingeestig; bekrompen; kleinzielig)
brackig; småborgerligt; brackigt; kälkborgerligt; småborgerlig-
brackig bijvoeglijk naamwoord
-
småborgerligt bijvoeglijk naamwoord
-
brackigt bijvoeglijk naamwoord
-
kälkborgerligt bijvoeglijk naamwoord
-
småborgerlig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor benepen:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
brackig | bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig | |
brackigt | bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig | |
kälkborgerligt | bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig | bourgeois; burgerlijk; burgermannetjesachtig; kneuterig |
småborgerlig | bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig | |
småborgerligt | bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig |