Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. begroeid:
  2. begroeien:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor begroeid (Nederlands) in het Zweeds

begroeid:

begroeid bijvoeglijk naamwoord

  1. begroeid
    skogig; bevuxen; skogrikt; bevuxet; skogigt

Vertaal Matrix voor begroeid:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevuxen begroeid
bevuxet begroeid
skogig begroeid bosachtig
skogigt begroeid
skogrikt begroeid

begroeien:

begroeien werkwoord (begroei, begroeit, begroeide, begroeiden, begroeid)

  1. begroeien
    beväxa
    • beväxa werkwoord (beväxer, beväxte, bevuxit)

Conjugations for begroeien:

o.t.t.
  1. begroei
  2. begroeit
  3. begroeit
  4. begroeien
  5. begroeien
  6. begroeien
o.v.t.
  1. begroeide
  2. begroeide
  3. begroeide
  4. begroeiden
  5. begroeiden
  6. begroeiden
v.t.t.
  1. heb begroeid
  2. hebt begroeid
  3. heeft begroeid
  4. hebben begroeid
  5. hebben begroeid
  6. hebben begroeid
v.v.t.
  1. had begroeid
  2. had begroeid
  3. had begroeid
  4. hadden begroeid
  5. hadden begroeid
  6. hadden begroeid
o.t.t.t.
  1. zal begroeien
  2. zult begroeien
  3. zal begroeien
  4. zullen begroeien
  5. zullen begroeien
  6. zullen begroeien
o.v.t.t.
  1. zou begroeien
  2. zou begroeien
  3. zou begroeien
  4. zouden begroeien
  5. zouden begroeien
  6. zouden begroeien
diversen
  1. begroei!
  2. begroeit!
  3. begroeid
  4. begroeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor begroeien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beväxa begroeien

Verwante vertalingen van begroeid