Nederlands
Uitgebreide vertaling voor begaafdheid (Nederlands) in het Zweeds
begaafdheid:
-
de begaafdheid (talent; capaciteit; bekwaamheid; aanleg; gave; kundigheid; knobbel; scherpzinnigheid; vernuft)
Vertaal Matrix voor begaafdheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
begåvelse | aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft | |
möjlighet | aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft | gelegenheid; kans; mogelijkheid |
talang | aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft | begaafdheden; faculteit |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
talang | begaafd; begenadigd; getalenteerd; talentrijk; talentvol |
Verwante woorden van "begaafdheid":
begaafdheid vorm van begaafd:
-
begaafd (talentvol; getalenteerd; begenadigd; talentrijk)
Vertaal Matrix voor begaafd:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
talang | aanleg; begaafdheden; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; faculteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | knap | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
talang | begaafd; begenadigd; getalenteerd; talentrijk; talentvol |