Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. badhanddoeken:
  2. badhanddoek:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor badhanddoeken (Nederlands) in het Zweeds

badhanddoeken:

badhanddoeken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de badhanddoeken
    badlakan; badhanddukar

Vertaal Matrix voor badhanddoeken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
badhanddukar badhanddoeken
badlakan badhanddoeken badhanddoek

Verwante woorden van "badhanddoeken":


badhanddoek:

badhanddoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de badhanddoek
    badlakan; badhandduk

Vertaal Matrix voor badhanddoek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
badhandduk badhanddoek handdoek
badlakan badhanddoek badhanddoeken

Verwante woorden van "badhanddoek":