Nederlands
Uitgebreide vertaling voor babbelaar (Nederlands) in het Zweeds
babbelaar:
-
de babbelaar (boterbabbelaar)
-
de babbelaar (prater; keuvelaar; kouter; theetante; klapekster)
-
de babbelaar (ouwehoer; kletser; leuterkous; zwamneus)
-
de babbelaar (kwebbel; klep; kletskous; kletskop; zwammer; zwetser; kletsmajoor; leuteraar)
Vertaal Matrix voor babbelaar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blabbra | babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser | |
karamell | babbelaar; boterbabbelaar | ulevel |
prata bubbla | babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser | |
pratkvarn | babbelaar; keuvelaar; klapekster; kouter; prater; theetante | babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous |
skvallerbytta | babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus | gladjanus; gluiperd; klikspaan; verklikker; verklikkerlichtje |
skvallerkärring | babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus | |
sladdertacka | babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blabbra | flappen |