Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. auditor:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor auditor (Nederlands) in het Zweeds

auditor:

auditor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de auditor
    revisor; lyssnare; åhörare

Vertaal Matrix voor auditor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lyssnare auditor luisteraar; toehoorder
revisor auditor accountant; administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris; registeraccountant; revisor; verificateur
åhörare auditor audiëntie; luisteraar; toehoorder

Verwante woorden van "auditor":

  • auditoren, auditors