Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. arrangement:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor arrangement (Nederlands) in het Zweeds

arrangement:

arrangement [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het arrangement (rangschikking; indeling; opstelling; schikking; ordening)
    rangordning; turordning; klassificering
  2. het arrangement (orkestratie; instrumentatie)
    arrangemang
  3. het arrangement (regeling)
    avtal; arrangemang

Vertaal Matrix voor arrangement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrangemang arrangement; instrumentatie; orkestratie; regeling assemblage; assembleren; indeling; montage; samenstelling; samenvoeging
avtal arrangement; regeling akkoorden; compromis; contacten; contract; genoegdoening; nederzetting; overeenstemmingen; vergelijk
klassificering arrangement; indeling; opstelling; ordening; rangschikking; schikking classificatie; klassement; klassenverdeling; klassering; waardering
rangordning arrangement; indeling; opstelling; ordening; rangschikking; schikking hiërarchie; rang; rangorde; volgorde
turordning arrangement; indeling; opstelling; ordening; rangschikking; schikking

Verwante woorden van "arrangement":

  • arrangementen