Nederlands
Uitgebreide vertaling voor applaudisseren (Nederlands) in het Zweeds
applaudisseren:
applaudisseren werkwoord (applaudisseer, applaudisseert, applaudisseerde, applaudisseerden, geapplaudisseerd)
-
applaudisseren (klappen)
Conjugations for applaudisseren:
o.t.t.
- applaudisseer
- applaudisseert
- applaudisseert
- applaudisseren
- applaudisseren
- applaudisseren
o.v.t.
- applaudisseerde
- applaudisseerde
- applaudisseerde
- applaudisseerden
- applaudisseerden
- applaudisseerden
v.t.t.
- heb geapplaudisseerd
- hebt geapplaudisseerd
- heeft geapplaudisseerd
- hebben geapplaudisseerd
- hebben geapplaudisseerd
- hebben geapplaudisseerd
v.v.t.
- had geapplaudisseerd
- had geapplaudisseerd
- had geapplaudisseerd
- hadden geapplaudisseerd
- hadden geapplaudisseerd
- hadden geapplaudisseerd
o.t.t.t.
- zal applaudisseren
- zult applaudisseren
- zal applaudisseren
- zullen applaudisseren
- zullen applaudisseren
- zullen applaudisseren
o.v.t.t.
- zou applaudisseren
- zou applaudisseren
- zou applaudisseren
- zouden applaudisseren
- zouden applaudisseren
- zouden applaudisseren
diversen
- applaudisseer!
- applaudisseert!
- geapplaudisseerd
- applaudisserende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor applaudisseren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
applådera | applaudisseren; klappen | |
jubbla | applaudisseren; klappen | jubelen; juichen |
klappa händerna | applaudisseren; klappen |
Wiktionary: applaudisseren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• applaudisseren | → applådera; klappa | ↔ applaud — to express approval by clapping |
• applaudisseren | → applådera | ↔ applaudieren — Beifall klatschen |
• applaudisseren | → klappa | ↔ klatschen — bezeichnet Klangeindrücke, die beim Zusammenschlagen oder Aufprallen entstehen, und bedeutet speziell „mit den Händen klatschen, applaudieren“ |
• applaudisseren | → applådera | ↔ applaudir — battre des mains en signe d’approbation. |