Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal appel

Vertaal appel van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

appel:
- namnupprop; appell
- äpple frukt; äpplen; äpple; ätäpple; kokäpple
Wiktionary:
- appel → äpple, begagnande, bruk, appell

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor appel (Nederlands) in het Zweeds

appel:

appel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de appel (naamafroeping)
namnupprop; appell
- namnupprop zelfstandig naamwoord
- appell [-en] zelfstandig naamwoord

appel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de appel (appel vrucht)
äpple frukt
- äpple frukt zelfstandig naamwoord
de appel (appels)
äpplen
- äpplen zelfstandig naamwoord
de appel (handappel)
äpple; ätäpple
- äpple [-ett] zelfstandig naamwoord
- ätäpple zelfstandig naamwoord
de appel (moesappel)
kokäpple
- kokäpple zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor appel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
appell	appel; naamafroeping	beroep juridisch
kokäpple	appel; moesappel	stoofappel
namnupprop	appel; naamafroeping
äpple	appel; handappel
äpple frukt	appel; appel vrucht
äpplen	appel; appels
ätäpple	appel; handappel

Verwante woorden van "appel":

appelen, appels, appeltje, appeltjes

Verwante definities voor "appel":

ronde vrucht met klokhuis en pitjes¹
- als je trek hebt, neem je maar een appel¹

Wiktionary: appel

Cross Translation:

From	To	Via
• appel	→ äpple	↔ apple — fruit
• appel	→ äpple	↔ Apfel — rundliche Frucht des Apfelbaums mit Schale, Fruchtfleisch und Kerngehäuse
• appel	→ äpple	↔ pomme — Fruit
• appel	→ begagnande; bruk; appell	↔ recours — action par laquelle on rechercher de l’assistance, du secours.

Verwante vertalingen van appel

¹Muiswerk Woordenboek