Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. angel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor angel (Nederlands) in het Zweeds

angel:

angel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de angel (gifangel)
    krok; fiskkrok; angelkrok
  2. de angel (vishaak; weerhaak)
    fiske hake

Vertaal Matrix voor angel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angelkrok angel; gifangel
fiske hake angel; vishaak; weerhaak
fiskkrok angel; gifangel
krok angel; gifangel haak; hoek; hoekstoot; ophanghaak

Verwante woorden van "angel":

  • angels, angeltje, angeltjes

Wiktionary: angel


Cross Translation:
FromToVia
angel metkrok hameçon — Crochet