Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. alles:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor alles (Nederlands) in het Zweeds

alles:

alles bijvoeglijk naamwoord

  1. alles (allemaal)
    allt
    • allt bijvoeglijk naamwoord

alles [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. alles (voltalligheid; geheel; volledigheid; )
    fullhet; fullständighet

Vertaal Matrix voor alles:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fullhet alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
fullständighet alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid betrouwbaarheid; compleetheid; completering; degelijkheid; deugdelijkheid; soliditeit; stevigheid; uitputtendheid; volheid; volledigheid; voltooiing
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allt allemaal; alles allen; compleet; elk; elkeen; helemaal; ieder; iedereen; totaal; volledig

Antoniemen van "alles":


Verwante definities voor "alles":

  1. elk ding1
    • heb je alles opgeschreven?1

Wiktionary: alles


Cross Translation:
FromToVia
alles fullständigt; helt all — intensifier
alles allt all — everything possible
alles alla; allt everything — all the things

Verwante vertalingen van alles