Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. akeligheid:
  2. akelig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor akeligheid (Nederlands) in het Zweeds

akeligheid:

akeligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de akeligheid (ellendigheid; beroerdheid)
    hemsklighet

Vertaal Matrix voor akeligheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hemsklighet akeligheid; beroerdheid; ellendigheid

Verwante woorden van "akeligheid":


akeligheid vorm van akelig:

akelig bijvoeglijk naamwoord

  1. akelig (griezelig; sinister; eng)
    kuslig; kusligt
  2. akelig (beroerd; ellendig; naar)
    eländigt; erbarmlig; erbarmligt

Vertaal Matrix voor akelig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eländigt akelig; beroerd; ellendig; naar armzalig; banaal; bar; beroerd; deerniswekkend; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; godvergeten; laag; lamlendig; rampzalig; vuig
erbarmlig akelig; beroerd; ellendig; naar deerlijk
erbarmligt akelig; beroerd; ellendig; naar deerlijk
kuslig akelig; eng; griezelig; sinister beangstigend; eng
kusligt akelig; eng; griezelig; sinister beangstigend; eng; vergrijsd

Verwante woorden van "akelig":

  • akeligheid, akeliger, akeligere, akeligst, akeligste, akelige

Wiktionary: akelig


Cross Translation:
FromToVia
akelig motbjudande; äcklig ekelhaft — Ekel hervorrufend
akelig obehaglig désagréable — Qui déplaire, de quelque manière que ce être.
akelig förtretlig; oangenäm; obehaglig; otrevlig; ovänlig; snäsig maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.