Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. agglomeratie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor agglomeratie (Nederlands) in het Zweeds

agglomeratie:

agglomeratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de agglomeratie (opeenhoping)
    ansamling; förtätning
  2. de agglomeratie
    agglomeration
  3. de agglomeratie
    bebyggelse

Vertaal Matrix voor agglomeratie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agglomeration agglomeratie agglomeraat
ansamling agglomeratie; opeenhoping accumulatie; cumulatie; cumuleren; hoop; massa; opeenhopen; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapelen; selectie; sortering; stapel; stel; verzameling
bebyggelse agglomeratie genoegdoening
förtätning agglomeratie; opeenhoping compressie; samenpersing

Verwante woorden van "agglomeratie":

  • agglomeraties

Wiktionary: agglomeratie


Cross Translation:
FromToVia
agglomeratie hopgyttring; samhälle agglomérationaction d’agglomérer ou résultat de cette action.