Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- agenda:
-
Wiktionary:
- agenda → dagordning, agenda, föredragningslista
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor agenda (Nederlands) in het Zweeds
agenda:
-
de agenda (zakagenda)
dagordning; fickkalender; program; filofax; fickdagbok-
fickkalender zelfstandig naamwoord
-
filofax zelfstandig naamwoord
-
fickdagbok zelfstandig naamwoord
-
de agenda
-
de agenda
-
de agenda (agendaprogramma)
Vertaal Matrix voor agenda:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dagordning | agenda; zakagenda | |
fickdagbok | agenda; zakagenda | zakagenda |
fickkalender | agenda; zakagenda | |
filofax | agenda; zakagenda | |
kalender | agenda; agendaprogramma | kalender |
program | agenda; zakagenda | computerprogramma; programma; software; toepassing |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agenda | agenda | |
kalenderprogram | agenda; agendaprogramma |
Verwante woorden van "agenda":
Verwante definities voor "agenda":
Wiktionary: agenda
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• agenda | → dagordning; agenda; föredragningslista | ↔ agenda — list of matters to be taken up |
• agenda | → agenda | ↔ calendar — a list of planned events |