Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- afwezig:
-
Wiktionary:
- afwezig → frånvarande, tankspridd
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afwezig (Nederlands) in het Zweeds
afwezig:
-
afwezig (gedachteloos; absent)
oförsiktigt; tanklös; obetänksamt; oförsiktig; tanklöst-
oförsiktigt bijvoeglijk naamwoord
-
tanklös bijvoeglijk naamwoord
-
obetänksamt bijvoeglijk naamwoord
-
oförsiktig bijvoeglijk naamwoord
-
tanklöst bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor afwezig:
Verwante woorden van "afwezig":
Antoniemen van "afwezig":
Verwante definities voor "afwezig":
Wiktionary: afwezig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afwezig | → frånvarande | ↔ absent — being away from a place |
• afwezig | → frånvarande | ↔ absent — inattentive |
• afwezig | → frånvarande | ↔ abwesend — nicht gegenwärtig sein, nicht präsent sein, zu einem bestimmten Zeitpunkt oder in einem bestimmten Zeitraum fehlend |
• afwezig | → frånvarande; tankspridd | ↔ absent — Qui n’est pas là où on l’attend. |
Computer vertaling door derden: