Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aftakken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aftakken (Nederlands) in het Zweeds

aftakken:

aftakken werkwoord (tak af, takt af, takte af, takten af, afgetakt)

  1. aftakken (vertakken)
    förgrena sig; grena ut
    • förgrena sig werkwoord (förgrenar sig, förgrenade sig, förgrenat sig)
    • grena ut werkwoord (grenar ut, grenade ut, grenat ut)

Conjugations for aftakken:

o.t.t.
  1. tak af
  2. takt af
  3. takt af
  4. takken af
  5. takken af
  6. takken af
o.v.t.
  1. takte af
  2. takte af
  3. takte af
  4. takten af
  5. takten af
  6. takten af
v.t.t.
  1. heb afgetakt
  2. hebt afgetakt
  3. heeft afgetakt
  4. hebben afgetakt
  5. hebben afgetakt
  6. hebben afgetakt
v.v.t.
  1. had afgetakt
  2. had afgetakt
  3. had afgetakt
  4. hadden afgetakt
  5. hadden afgetakt
  6. hadden afgetakt
o.t.t.t.
  1. zal aftakken
  2. zult aftakken
  3. zal aftakken
  4. zullen aftakken
  5. zullen aftakken
  6. zullen aftakken
o.v.t.t.
  1. zou aftakken
  2. zou aftakken
  3. zou aftakken
  4. zouden aftakken
  5. zouden aftakken
  6. zouden aftakken
diversen
  1. tak af!
  2. takt af!
  3. afgetakt
  4. aftakkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aftakken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aftakken (vertakken)
    förgrening; förkvistning

Vertaal Matrix voor aftakken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förgrening aftakken; vertakken
förkvistning aftakken; vertakken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förgrena sig aftakken; vertakken
grena ut aftakken; vertakken