Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afschutten (Nederlands) in het Zweeds
afschutten:
-
afschutten (afschotten)
-
afschutten (afschotten)
-
afschutten (afdekken; afschermen; beschermen; beschutten)
Conjugations for afschutten:
o.t.t.
- schut af
- schut af
- schut af
- schutten af
- schutten af
- schutten af
o.v.t.
- schutte af
- schutte af
- schutte af
- schutten af
- schutten af
- schutten af
v.t.t.
- heb afgeschut
- hebt afgeschut
- heeft afgeschut
- hebben afgeschut
- hebben afgeschut
- hebben afgeschut
v.v.t.
- had afgeschut
- had afgeschut
- had afgeschut
- hadden afgeschut
- hadden afgeschut
- hadden afgeschut
o.t.t.t.
- zal afschutten
- zult afschutten
- zal afschutten
- zullen afschutten
- zullen afschutten
- zullen afschutten
o.v.t.t.
- zou afschutten
- zou afschutten
- zou afschutten
- zouden afschutten
- zouden afschutten
- zouden afschutten
diversen
- schut af!
- schut af!
- afgeschut
- afschuttende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor afschutten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avdelning | afschotten; afschutten | afdeling; ambtsgebied; bestuursgebied; bestuursregio; brigade; departement; detachement; divisie; sectie; tak; vakje; verdeling |
avskärmning | afschotten; afschutten | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avskärma | afschotten; afschutten | achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen |
skydda | afdekken; afschermen; afschutten; beschermen; beschutten | behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; in bescherming nemen; schuilen; toevluchten; uitwijken; verdedigen; wegkruipen |
täcka | afdekken; afschermen; afschutten; beschermen; beschutten | bekleden; bestraten; dekken; indekken; kaften; overdekken; overkappen; overtrekken; overwelven; plaveien; stofferen; van bekleding voorzien |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
täcka | bedekken; met iets bestrijken | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
täcka | overdekt |