Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afschroeven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afschroeven (Nederlands) in het Zweeds

afschroeven:

afschroeven werkwoord (schroef af, schroeft af, schroefde af, schroefden af, afgeschroefd)

  1. afschroeven
    öppna; skruva upp; skruva av
    • öppna werkwoord (öppnar, öppnade, öppnat)
    • skruva upp werkwoord (skruvar upp, skruvade upp, skruvat upp)
    • skruva av werkwoord (skruvar av, skruvade av, skruvat av)

Conjugations for afschroeven:

o.t.t.
  1. schroef af
  2. schroeft af
  3. schroeft af
  4. schroeven af
  5. schroeven af
  6. schroeven af
o.v.t.
  1. schroefde af
  2. schroefde af
  3. schroefde af
  4. schroefden af
  5. schroefden af
  6. schroefden af
v.t.t.
  1. heb afgeschroefd
  2. hebt afgeschroefd
  3. heeft afgeschroefd
  4. hebben afgeschroefd
  5. hebben afgeschroefd
  6. hebben afgeschroefd
v.v.t.
  1. had afgeschroefd
  2. had afgeschroefd
  3. had afgeschroefd
  4. hadden afgeschroefd
  5. hadden afgeschroefd
  6. hadden afgeschroefd
o.t.t.t.
  1. zal afschroeven
  2. zult afschroeven
  3. zal afschroeven
  4. zullen afschroeven
  5. zullen afschroeven
  6. zullen afschroeven
o.v.t.t.
  1. zou afschroeven
  2. zou afschroeven
  3. zou afschroeven
  4. zouden afschroeven
  5. zouden afschroeven
  6. zouden afschroeven
diversen
  1. schroef af!
  2. schroeft af!
  3. afgeschroefd
  4. afschroevende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afschroeven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afschroeven (losschroeven)
    urskruvande

Vertaal Matrix voor afschroeven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
urskruvande afschroeven; losschroeven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skruva av afschroeven openschroeven
skruva upp afschroeven omhoogkronkelen; opspoelen
öppna afschroeven afrollen; laten openstaan; loskrijgen; ontgrendelen; ontrollen; ontsluiten; open krijgen; opendoen; opendraaien; openen; opengooien; openkrijgen; openmaken; openslaan; openwerpen; uitrollen