Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afschilferen (Nederlands) in het Zweeds
afschilferen:
-
afschilferen (schilferen)
Conjugations for afschilferen:
o.t.t.
- schilfer af
- schilfert af
- schilfert af
- schilferen af
- schilferen af
- schilferen af
o.v.t.
- schilferde af
- schilferde af
- schilferde af
- schilferden af
- schilferden af
- schilferden af
v.t.t.
- ben afgeschilferd
- bent afgeschilferd
- is afgeschilferd
- zijn afgeschilferd
- zijn afgeschilferd
- zijn afgeschilferd
v.v.t.
- was afgeschilferd
- was afgeschilferd
- was afgeschilferd
- waren afgeschilferd
- waren afgeschilferd
- waren afgeschilferd
o.t.t.t.
- zal afschilferen
- zult afschilferen
- zal afschilferen
- zullen afschilferen
- zullen afschilferen
- zullen afschilferen
o.v.t.t.
- zou afschilferen
- zou afschilferen
- zou afschilferen
- zouden afschilferen
- zouden afschilferen
- zouden afschilferen
diversen
- schilfer af!
- schilfert af!
- afgeschilferd
- afschilferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor afschilferen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skala av | afschilferen; schilferen |