Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afrastering:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afrastering (Nederlands) in het Zweeds

afrastering:

afrastering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de afrastering (omheining; omrastering)
    stängsel
  2. de afrastering (afscherming; begrenzing)
    staket; stängsel
    • staket [-ett] zelfstandig naamwoord
    • stängsel [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor afrastering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
staket afrastering; afscherming; begrenzing afscheiding; afschutting; hek; hekwerk
stängsel afrastering; afscherming; begrenzing; omheining; omrastering afschutting; beschuttingen; hekken; hekwerk; omheiningen; rasterwerk; schuttingen