Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afnemer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afnemer (Nederlands) in het Zweeds

afnemer:

afnemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de afnemer (cliënt; klant; koper)
    kund
    • kund [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor afnemer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kund afnemer; cliënt; klant; koper klant; opdrachtgevers

Wiktionary: afnemer


Cross Translation:
FromToVia
afnemer köpare acheteur — Celui, celle qui acheter.
afnemer köpare acquéreur — Celui qui acquérir. Se dit surtout de celui qui acquiert des biens immobiliers.
afnemer kund client — (histoire) Romain qui se placer sous le patronage d’un citoyen noble ou puissant.