Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afnames (Nederlands) in het Zweeds

afnames:

afnames [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afnames (vervallingen)
    nedgång; nedsättning

Vertaal Matrix voor afnames:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nedgång afnames; vervallingen afname; afrotten; afzwakking; daling; decadentie; minder worden; terugloop; val; vermindering; verval; verwording
nedsättning afnames; vervallingen disconto

Verwante woorden van "afnames":


afnames vorm van afname:

afname [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de afname (aankoop; acquisitie; kopen; )
    köp; förvärv; inköp; uppköp
    • köp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • förvärv [-ett] zelfstandig naamwoord
    • inköp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • uppköp [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de afname (minder worden; terugloop; val; daling)
    nedgång; förfall; avtagande
  3. de afname (terugloop; vermindering; teruggang; daling)
    avtagning; minskning
  4. de afname (minder worden; vermindering)
    bli mindre

Vertaal Matrix voor afname:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avtagande afname; daling; minder worden; terugloop; val achteruitgang; afzwakking; korten; krimpen; minderen; ontnemen; sluiereffect; vermindering; verval
avtagning afname; daling; teruggang; terugloop; vermindering
bli mindre afname; minder worden; vermindering
förfall afname; daling; minder worden; terugloop; val afrotten; decadentie; verlies van normen en waarden; verloedering; verval; verwording
förvärv aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving inkoop
inköp aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving inkoop
köp aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; afpingelarij; boodschap; inkoop; knibbelarij; koop
minskning afname; daling; teruggang; terugloop; vermindering achteruitgang; afname voorraad; inkrimping; kleiner maken; reduceren; reductie; verkleining; vermindering; verval
nedgång afname; daling; minder worden; terugloop; val afnames; afrotten; afzwakking; decadentie; vermindering; verval; vervallingen; verwording
uppköp aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving overname
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bli mindre inkrimpen; kleiner worden; krimpen; slinken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avtagande achteruitgaand; afnemend; minderend; slinkend; tanend; verminderend; vervallend; zwemend

Verwante woorden van "afname":


Wiktionary: afname


Cross Translation:
FromToVia
afname medlut; utförsbacke; nedförsbacke decline — sloping downward
afname anskaffning; inköp; köp; ackvisition; förvärv acquisitionaction d’acquérir.
afname anskaffning; inköp; köp empletteemploi, choix.

Computer vertaling door derden: