Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afkappen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afkapten (Nederlands) in het Zweeds

afkappen:

afkappen werkwoord (kap af, kapt af, kapte af, kapten af, afgekapt)

  1. afkappen (afhakken; afhouwen)
    hugga av; hacka av
    • hugga av werkwoord (huggar av, huggade av, huggat av)
    • hacka av werkwoord (hackar av, hackrade av, hackat av)
  2. afkappen
    klippa av; skära av
    • klippa av werkwoord (klippar av, klippade av, klippat av)
    • skära av werkwoord (skär av, skar av, skurit av)

Conjugations for afkappen:

o.t.t.
  1. kap af
  2. kapt af
  3. kapt af
  4. kappen af
  5. kappen af
  6. kappen af
o.v.t.
  1. kapte af
  2. kapte af
  3. kapte af
  4. kapten af
  5. kapten af
  6. kapten af
v.t.t.
  1. heb afgekapt
  2. hebt afgekapt
  3. heeft afgekapt
  4. hebben afgekapt
  5. hebben afgekapt
  6. hebben afgekapt
v.v.t.
  1. had afgekapt
  2. had afgekapt
  3. had afgekapt
  4. hadden afgekapt
  5. hadden afgekapt
  6. hadden afgekapt
o.t.t.t.
  1. zal afkappen
  2. zult afkappen
  3. zal afkappen
  4. zullen afkappen
  5. zullen afkappen
  6. zullen afkappen
o.v.t.t.
  1. zou afkappen
  2. zou afkappen
  3. zou afkappen
  4. zouden afkappen
  5. zouden afkappen
  6. zouden afkappen
diversen
  1. kap af!
  2. kapt af!
  3. afgekapt
  4. afkappende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afkappen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacka av afhakken; afhouwen
klippa av afknippen
skära av afknippen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacka av afhakken; afhouwen; afkappen
hugga av afhakken; afhouwen; afkappen
klippa av afkappen afknippen; bekorten; couperen; knippen
skära av afkappen afknippen; couperen; knippen

Wiktionary: afkappen


Cross Translation:
FromToVia
afkappen slopa; besegra; avliva; avrätta; dräpa; förnedra; förödmjuka abattre — Traductions à trier suivant le sens
afkappen hugga; yxa taillercouper, retrancher d’une matière, en ôter avec le marteau, le ciseau, ou tout autre instrument, ce qu’il y a de superflu, pour lui donner une certaine forme, pour la rendre propre à tel ou tel usage.