Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afhandeling:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afhandeling (Nederlands) in het Zweeds

afhandeling:

afhandeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de afhandeling (afdoening)
    avslutning

Vertaal Matrix voor afhandeling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avslutning afdoening; afhandeling beëindiging; completering; conclusie; einde; eindsom; gevolgtrekking; slot; slotsom; sluiting; staartstuk; stuit; voltooiing