Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afdoend:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afdoend (Nederlands) in het Zweeds

afdoend:

afdoend bijvoeglijk naamwoord

  1. afdoend (overtuigend; beslissend)
    avgörande
  2. afdoend (overtuigend; klemmend)
    övertalande

Vertaal Matrix voor afdoend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgörande afhandelen; beslissing; raadsbesluit
övertalande aanmoedigen; aansporen; aanzetten; prikkel; stimuleren; troggelarij
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgörande afdoend; beslissend; overtuigend daadkrachtig; dynamisch; energiek
övertalande afdoend; klemmend; overtuigend flemerig; flikflooierig; overredend; slijmerig; stroperig