Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. administrateur:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor administrateur (Nederlands) in het Zweeds

administrateur:

administrateur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de administrateur (boekhouder; beheerder; intendant; referendaris)
    bokhållare; bokförare; revisor
  2. de administrateur

Vertaal Matrix voor administrateur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bokförare administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris boekhouder
bokhållare administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris
revisor administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris accountant; auditor; registeraccountant; revisor; verificateur
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
EU-tjänsteman i kategori AD administrateur

Verwante woorden van "administrateur":

  • administrateuren, administrateurs

Wiktionary: administrateur


Cross Translation:
FromToVia
administrateur administratör; förvaltare administrateur — Personne qui régir les biens, les affaires d’une société, d’un grand établissement, d'un site internet etc.
administrateur administratör; förvaltare; direktör directeur — Personne qui dirige un établissement, un service
administrateur administratör; förvaltare gérant — Celui, celle qui gérer, qui administrer pour le compte d’autrui.
administrateur administratör; förvaltare régisseur — Celui qui régir, qui gérer par commission et à la charge de rendre compte.