Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- aards:
- aard:
-
Wiktionary:
- aard → beskaffenhet, natur, sort, art
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aards (Nederlands) in het Zweeds
aards:
-
aards (werelds; seculair; profaan; wereldlijk)
-
aards (tijdelijk; voorlopig; provisorisch; temporeel; voorbijgaand; tussentijds; zolang; kortstondig; voor enige tijd)
temporärt; provisoriskt; tillfällig; tillfälligt; tidsbegränsad; tidsbegränsat-
temporärt bijvoeglijk naamwoord
-
provisoriskt bijvoeglijk naamwoord
-
tillfällig bijvoeglijk naamwoord
-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
tidsbegränsad bijvoeglijk naamwoord
-
tidsbegränsat bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor aards:
Verwante woorden van "aards":
aards vorm van aard:
-
de aard (karakter; geaardheid; inborst)
-
de aard (inborst; karakter; mentaliteit; gemoed; natuur; geaardheid; inslag)
-
de aard (soort)
-
de aard (onderverdeling; klasse)
Vertaal Matrix voor aard:
Verwante woorden van "aard":
Synoniemen voor "aard":
Verwante definities voor "aard":
Wiktionary: aard
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aard | → beskaffenhet | ↔ Beschaffenheit — heutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache |
• aard | → natur | ↔ Natur — die generelle Beschaffenheit einer Sache oder eines Sachverhaltes |
• aard | → natur | ↔ Natur — geistige, seelische oder körperliche Charakteristika und Eigenheiten von Personen oder Tieren bzw. deren gesamtes Wesen |
• aard | → sort | ↔ acabit — désuet|fr Décrit la nature, ou la bonne qualité ou mauvaise de certaines choses. |
• aard | → sort | ↔ espèce — Traductions à trier suivant le sens. |
• aard | → sort | ↔ genre — ensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs. |
• aard | → art; natur | ↔ nature — ensemble des êtres et des choses, univers. Ensemble en tant qu’ordonné et régir par des lois. |