Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanzwellen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanzwellen (Nederlands) in het Zweeds

aanzwellen:

aanzwellen werkwoord (zwel aan, zwelt aan, zwol aan, zwollen aan, aangezwollen)

  1. aanzwellen (toenemen; groeien; stijgen; )
    tillta; öka
    • tillta werkwoord (tilltar, tilltog, tilltagit)
    • öka werkwoord (ökar, ökade, ökat)

Conjugations for aanzwellen:

o.t.t.
  1. zwel aan
  2. zwelt aan
  3. zwelt aan
  4. zwellen aan
  5. zwellen aan
  6. zwellen aan
o.v.t.
  1. zwol aan
  2. zwol aan
  3. zwol aan
  4. zwollen aan
  5. zwollen aan
  6. zwollen aan
v.t.t.
  1. ben aangezwollen
  2. bent aangezwollen
  3. is aangezwollen
  4. zijn aangezwollen
  5. zijn aangezwollen
  6. zijn aangezwollen
v.v.t.
  1. was aangezwollen
  2. was aangezwollen
  3. was aangezwollen
  4. waren aangezwollen
  5. waren aangezwollen
  6. waren aangezwollen
o.t.t.t.
  1. zal aanzwellen
  2. zult aanzwellen
  3. zal aanzwellen
  4. zullen aanzwellen
  5. zullen aanzwellen
  6. zullen aanzwellen
o.v.t.t.
  1. zou aanzwellen
  2. zou aanzwellen
  3. zou aanzwellen
  4. zouden aanzwellen
  5. zouden aanzwellen
  6. zouden aanzwellen
diversen
  1. zwel aan!
  2. zwelt aan!
  3. aangezwollen
  4. aanzwellende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aanzwellen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanzwellen
    upsvellande

Vertaal Matrix voor aanzwellen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
upsvellande aanzwellen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillta aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen aangroeien; volgroeien; volwassen worden; zich vermeerderen
öka aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen aangroeien; bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; escaleren; gaan staan; omdoen; omhoogkomen; opstaan; toevoegen; uit de hand lopen; verheffen; volgroeien; volwassen worden; zich vermeerderen

Wiktionary: aanzwellen


Cross Translation:
FromToVia
aanzwellen svälla swell — intransitive: to become bigger, especially due to being engorged