Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanzetting:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanzetting (Nederlands) in het Zweeds

aanzetting:

aanzetting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aanzetting (aanzetstuk; aanzetsel)
    omfång; tillökning; utvidgning

Vertaal Matrix voor aanzetting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
omfång aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting bereik; bereik met persoonlijke aanpassingen; gezwollenheid; levensduur; opgeblazenheid; opgezetheid; proportie; verhouding; zoekbereik
tillökning aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting
utvidgning aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting doortrekking; gezwollenheid; het groter worden; opgeblazenheid; opgezetheid; uitbouwingen; uitbreidingen; uitlegging; uitspreiding; uitzetten; verbreiding; vergroting; wijd worden