Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanstichter:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanstichter (Nederlands) in het Zweeds

aanstichter:

aanstichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aanstichter (initiatiefnemer; veroorzaker)
    initiativtagare; påbörjare
  2. de aanstichter (oprichter; stichter)
    grundare; anstiftare; stiftare
  3. de aanstichter (instigator; aanzetter; opstoker)
    anstiftare

Vertaal Matrix voor aanstichter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anstiftare aanstichter; aanzetter; instigator; oprichter; opstoker; stichter aanstichters; belhamel; haantje-de-voorste; haantjes de voorste; opstokers; raddraaier; raddraaiers; raddraaister
grundare aanstichter; oprichter; stichter grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter
initiativtagare aanstichter; initiatiefnemer; veroorzaker promotors; voorstellers
påbörjare aanstichter; initiatiefnemer; veroorzaker
stiftare aanstichter; oprichter; stichter