Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- aanspreekbaar:
-
Wiktionary:
- aanspreekbaar → tillgänglig
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aanspreekbaar (Nederlands) in het Zweeds
aanspreekbaar:
-
aanspreekbaar (toegankelijk; toeschietelijk; benaderbaar; genaakbaar)
smidig; smidigt; böjligt; eftergiven; eftergivet-
smidig bijvoeglijk naamwoord
-
smidigt bijwoord
-
böjligt bijvoeglijk naamwoord
-
eftergiven bijvoeglijk naamwoord
-
eftergivet bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor aanspreekbaar:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
smidig | aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk | buigzaam; flexibel; meegaand; probleemloos; smeuïg; soepel |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
smidigt | aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk | buigzaam; elastisch; flexibel; gemakkelijk; lenig; meegaand; rekbaar; smeuïg; soepel; veerkrachtig |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
böjligt | aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk | buigzaam; flexibel; lenig; meegaand; plooibaar; soepel; vouwbaar |
eftergiven | aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk | |
eftergivet | aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk | plooibaar; vouwbaar |
Verwante woorden van "aanspreekbaar":
Wiktionary: aanspreekbaar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanspreekbaar | → tillgänglig | ↔ abordable — rare|fr Qu’on peut aborder. |