Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aansluiting (Nederlands) in het Zweeds

aansluiting:

aansluiting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aansluiting (contact; verbinding; connectie)
    kontakt; förbindelse
  2. de aansluiting (verbinding; relatie; link; )
    samband; band; länk; relation; förhållande; förbindelse
  3. de aansluiting (telefoonaansluiting; telefoonlijn)
    telefonanslutning

Vertaal Matrix voor aansluiting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
band aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding band; bandjes; binding; blaaskapel; cassette; cassettebandje; draagband; draagriem; fanfare; fanfarekorps; galon; gebondenheid; geluidsband; harmonie; inktlint; kapel; kapellen; koorden; linten; lintje; magneetband; muziekgezelschappen; muziekkorps; omzoming; snoeren; strook; tres
förbindelse aansluiting; band; connectie; contact; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; affaire; alliantie; avontuurtje; band; binding; bond; bondgenootschap; borgtocht; connectie; correlatie; gebondenheid; koppeling; liaison; lijnverbinding; link; ommegang; onderling verband; relatie; samenhang; samenvoeging; schakel; slippertje; stuurpen; verband; verbinding; verbond; verhouding
förhållande aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding affaire; avontuurtje; liaison; relatie; slippertje; verhouding; verwantschap
kontakt aansluiting; connectie; contact; verbinding contact; contactpersoon; omschakelaar; voeling
länk aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding OLE/DDE-koppeling; aansluitstuk; band; binding; gebondenheid; het gebonden zijn; hyperlink; koppeling; link; schakel; schakelketting; schalm
relation aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding relatie; verwantschap
samband aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding connectie; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband; verhouding; verkering; verwantschap
telefonanslutning aansluiting; telefoonaansluiting; telefoonlijn telefoonverbinding

Wiktionary: aansluiting


Cross Translation:
FromToVia
aansluiting gränssnitt interface — point of interconnection between entities
aansluiting vägkors; knutpunkt junction — a place where two things meet
aansluiting linje; anslutning line — telephone or network connection
aansluiting parning; sammankoppling accouplement — (figuré) assemblage.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van aansluiting