Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aannemer:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aannemer (Nederlands) in het Zweeds

aannemer:

aannemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aannemer (bouwondernemer; bouwer)
  2. de aannemer (contractant)
    leverantör

Vertaal Matrix voor aannemer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
byggnadsentrepenör aannemer; bouwer; bouwondernemer; verbouwer
leverantör aannemer; contractant bezorgers; bodes; fabrikant; koeriers; leverancier; producent; provider; rondbrengers; vervaardiger