Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- aangeslagen:
- aanslaan:
-
Wiktionary:
- aanslaan → tränga sig in, framtvingas, studsa
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aangeslagen (Nederlands) in het Zweeds
aangeslagen:
-
aangeslagen (gewond; gehavend)
-
aangeslagen (kapot van; getroffen; geraakt; geëmotioneerd; aangedaan; geroerd; aangegrepen)
förskräcklig angripen av något; förskräckliga angripen av något-
förskräcklig angripen av något bijvoeglijk naamwoord
-
förskräckliga angripen av något bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor aangeslagen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sårad | geestelijk geraakte; gekwetste | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
förskräcklig angripen av något | aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; geraakt; geroerd; getroffen; geëmotioneerd; kapot van | |
förskräckliga angripen av något | aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; geraakt; geroerd; getroffen; geëmotioneerd; kapot van | |
skadat | aangeslagen; gehavend; gewond | aan flarden; beschadigd; gebarsten; kapot; stuk |
sårad | aangeslagen; gehavend; gewond | aangeschoten; gekwetst; gepikeerd; getroffen; gewond; ontstemd |
sårat | aangeslagen; gehavend; gewond | aangeschoten; gepikeerd; getroffen; ontstemd |
Verwante woorden van "aangeslagen":
aanslaan:
-
aanslaan (taxeren)
Conjugations for aanslaan:
o.t.t.
- sla aan
- slaat aan
- slaat aan
- slaan aan
- slaan aan
- slaan aan
o.v.t.
- sloeg aan
- sloeg aan
- sloeg aan
- sloegen aan
- sloegen aan
- sloegen aan
v.t.t.
- ben aangeslagen
- bent aangeslagen
- is aangeslagen
- zijn aangeslagen
- zijn aangeslagen
- zijn aangeslagen
v.v.t.
- was aangeslagen
- was aangeslagen
- was aangeslagen
- waren aangeslagen
- waren aangeslagen
- waren aangeslagen
o.t.t.t.
- zal aanslaan
- zult aanslaan
- zal aanslaan
- zullen aanslaan
- zullen aanslaan
- zullen aanslaan
o.v.t.t.
- zou aanslaan
- zou aanslaan
- zou aanslaan
- zouden aanslaan
- zouden aanslaan
- zouden aanslaan
diversen
- sla aan!
- slaat aan!
- aangeslagen
- aanslaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor aanslaan:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
taxera | aanslaan; taxeren | |
värdera | aanslaan; taxeren | |
värdesätta | aanslaan; taxeren |
Wiktionary: aanslaan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanslaan | → tränga sig in; framtvingas | ↔ imposer — Traductions à trier suivant le sens |
• aanslaan | → studsa | ↔ rebondir — Faire un ou plusieurs bonds. |