Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aangelegenheid:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aangelegenheid (Nederlands) in het Zweeds

aangelegenheid:

aangelegenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aangelegenheid (geval; kwestie; zaak; affaire)
    angelägenhet; sak; affär
    • angelägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
    • sak [-en] zelfstandig naamwoord
    • affär [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aangelegenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affär aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak deal; transactie; verkoop; winkel; winkelruimte; winkelzaak; zaak
angelägenhet aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak issue; kwestie; punt; urgentie
sak aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak issue; kwestie; oorzaak; punt; substantie

Wiktionary: aangelegenheid


Cross Translation:
FromToVia
aangelegenheid affär; sak; orsak cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère.
aangelegenheid objekt; affär; sak chose — Permet de désigner un objet, une idée, un concept ou une abstraction quelconque, sans avoir à l’identifier ou à le nommer. Une chose est ce qui exister mais qui est indéterminé, objet ou idée, ou qu’il n’est pas nécessaire de préciser. La signification du mot cho